CIRCULAIR ONDERNEMEN IS HOT.
DAT IS EEN UNDERSTATEMENT.
Wie de term in zijn vertrouwde zoekmachine stopt, krijgt meer dan 776.000 resultaten. Er wordt dus wat geschreven, gedebatteerd en gefilosofeerd over het onderwerp. Terecht, want de zorg voor onze planeet is een universeel gegeven, een kwestie van overleven voor huidige en toekomstige generaties.
Debat is dus goed, al mag het niet verzanden in oeverloze intellectuele gesprekken die nauwelijks ergens toe leiden. Weet u bijvoorbeeld dat maar liefst 114 wetenschappelijke definities de ronde doen om het begrip circulair ondernemen te vatten? Leuk voor wetenschappers, maar onze stijl is net iets anders.
Wij zijn meer voor die handen uit de mouwen, voor het vegen voor eigen deur en bekijken graag wat we er zelf kunnen aan doen.
Op de Belgian Pork Academy, editie 2021 brachten we dan ook als vanouds wetenschappers, producenten, vakmensen, varkenshouders, retailers bij elkaar om samen op zoek te gaan naar hoe we onze mooie varkenssector extra duurzaam kunnen maken.
Aan het woord: Evi Galleyn
“CIRCULAIR ONDERNEMEN IS ZOVEEL MEER DAN ENKEL SOJA REDUCEREN…”
IDENTIKIT
- Nutritioniste
- Specialiste circulaire grondstoffen bij Leievoeders
- Leievoeders acteert vanuit Waregem en heeft ook productievestigingen in Poperinge, Roeselare en Veurne
- Het is gespecialiseerd in het mengen van samengesteld veevoeder voor varkens, pluimvee en rundvee
“EIGENLIJK IS EEN GROOT DEEL VAN DE VOORUITGANG DE AFGELOPEN DECENNIA AL GEBEURD: WE HEBBEN STEEDS MINDER VOEDER NODIG OM MEER EN BETER VLEES TE PRODUCEREN.”
Cijfers tonen aan dat 62% van het broeikaseffect uit varkensvlees veroorzaakt wordt door de ecologische impact van voedergrondstoffen. Het lijkt wel alsof die industrie zich niets aantrekt van het milieu. Niets blijkt minder waar. “Er zijn binnen de sector al erg veel inspanningen geleverd. Alleen worden bepaalde factoren te weinig belicht. Ja, we moeten werken aan de reductie van sojaresten bij de productie van dierenvoeders, maar er is veel meer.” “Eigenlijk is een groot deel van de vooruitgang de afgelopen decennia al gebeurd: we hebben steeds minder voeder nodig om meer en beter vlees te produceren.
Ook dat is bewust omgaan met de schaarser wordende middelen. Maar we kunnen bijvoorbeeld ook aanhalen dat onze volledige productie energieneutraal is: we werken met mestverwerkingsinstallaties die biogascentrales aandrijven waarmee elektriciteit geproduceerd wordt. We breken stoffen volledig af zodat zelfs het afvalwater mag geloosd worden. Ook dat is voor ons duurzaamheid, bezig zijn met de toekomst. Dat krijgt niet steeds de airplay die het verdient, maar in de varkenssector
is er wel degelijk aandacht voor de lange termijn. Zo is het goed dat de Belgian Pork Group in haar Taste and Welfare Roadmap aandacht vraagt voor de problematiek. Met hoe meer we aan de kar trekken,
hoe beter.”
“VOOR LEIEVOEDERS WAS HET EEN TERUGKEER NAAR DE BASIS, WANT EIGENLIJK IS HET VARKEN VAN OUDSHER HÉT CIRCULAIRE DIER BIJ UITSTEK.”
Het is vanuit die invalshoek dat Leievoeders de afgelopen twee jaar een proefproject opzette rond circulaire grondstoffen in dierenvoeder. “Voor Leievoeders was het een terugkeer naar de basis, want eigenlijk is het varken van oudsher hét circulaire dier bij uitstek. Wie herinnert zich niet dat alle tafelresten aan het varken gegeven werden?” “We wilden nagaan of het mogelijk was om een voeder te ontwikkelen dat voor de volle 100% bestond uit circulaire grondstoffen. Alleen kwamen we al gauw tot de vaststelling dat er geen sluitende definitie bestaat van wat dat concreet betekent. Ook de overheid worsteltnog met dit debat en zolang die eenduidige definitie er niet is, is het ook moeilijk om zaken te objectiveren en te vergelijken.” Het belette Evi en co niet om de oefening te doen.
Bij de ontwikkeling van het nieuwsoortig voeder gingen ze erg breed te werk. “Bij ons primeert niet alleen de herkomst van de grondstoffen. Even belangrijk blijft de kwaliteit: we kunnen wel volledig circulaire voeders ontwikkelen, maar
als die geen enkele voedingswaarde hebben, de voedselveiligheid ermee in het gedrang komt en varkens ze niet willen eten, boeken we dan effectief vooruitgang?” Voor de productie is het bedrijf aan de slag gegaan met producten die voor menselijke consumptie verworpen worden en waar anders nauwelijks nog iets mee gebeurt. En dat zijn er meer dan we denken: brood dat onvoldoende gebakken is, koekjes met een verkeerde verpakking, maar ook bloem die niet meer geschikt is, bietenpulp, maisgluten… “Volgens ons zijn er nog tal van restproducten die op die manier een tweede leven kunnen krijgen. Het is dus goed om die oefening eens te maken. Belangrijke nuance hierbij is dat het nooit om echt afval mag gaan. Pesticiden of salmonella blijven uit den boze. We zijn als de dood voor mogelijke contaminaties.
Het is ook daarom dat we nog wat weigerachtig staan ten aanzien van voeder op basis van diermeel. In dat debat moeten de Belgische en Europese overheid nog kleur bekennen. Als de productie impliceert dat het bijvoorbeeld verplicht wordt om gescheiden transporten te organiseren, dan stellen wij ons de vraag hoe ecologisch je dan wel bezig bent.” In alle geval wijzen testen op het nieuwe voeder uit dat er geen smaak- of kwaliteitsverlies optreedt. “Als de retail erom vraagt, dan zullen wij met andere woorden klaar staan. Al is het nog maar de vraag of de eindconsument bereid is om een meerprijs te betalen voor het gebruik van dit circulaire voeder. Jammer genoeg moeten we nu al vaststellen dat de varkensboer het moeilijk heeft om een correcte prijs te krijgen van zijn consument. Als hij dan nog eens met duurder voeder aan de slag gaat, dan zal zijn erg beperkte winstmarge misschien nog krimpen. En dat kan nooit de bedoeling zijn…”
EVI OVER DE BELGIAN PORK ACADEMY:
“Er hing die middag een leuke vibe. Er was verbazend veel volk komen opdagen en wat me opviel was de hoge luisterbereidheid. Er was een oprechte interesse in het thema. Bovendien werden ook een aantal heilige huisjes neergehaald. Zo bleek uit een vergelijking dat je je linnen boodschappentas al heel veel moet gebruiken om ecologischer te zijn dan die kleine plastic zakjes waar traditioneel op afgegeven wordt. We moeten dus niet altijd denken dat we goed bezig zijn…”