CIRCULAIR ONDERNEMEN IS HOT.
DAT IS EEN UNDERSTATEMENT.
Wie de term in zijn vertrouwde zoekmachine stopt, krijgt meer dan 776.000 resultaten. Er wordt dus wat geschreven, gedebatteerd en gefilosofeerd over het onderwerp. Terecht, want de zorg voor onze planeet is een universeel gegeven, een kwestie van overleven voor huidige en toekomstige generaties.
Debat is dus goed, al mag het niet verzanden in oeverloze intellectuele gesprekken die nauwelijks ergens toe leiden. Weet u bijvoorbeeld dat maar liefst 114 wetenschappelijke definities de ronde doen om het begrip circulair ondernemen te vatten? Leuk voor wetenschappers, maar onze stijl is net iets anders.
Wij zijn meer voor die handen uit de mouwen, voor het vegen voor eigen deur en bekijken graag wat we er zelf kunnen aan doen.
Op de Belgian Pork Academy, editie 2021 brachten we dan ook als vanouds wetenschappers, producenten, vakmensen, varkenshouders, retailers bij elkaar om samen op zoek te gaan naar hoe we onze mooie varkenssector extra duurzaam kunnen maken.
Aan het woord: Tom Vandenkendelaere
“WAT HEB JE AAN MOEILIJKE WISKUNDELESSENALS NIEMAND SLAAGT VOOR JE EXAMEN?”
“Ja, we moeten ambitieus zijn als het gaat om ons klimaat en de manier waarop we met circulariteit omgaan. Maar tegelijkertijd moeten we realistisch zijn. Europa heeft daarin zijn rol te spelen, maar dat geldt voor iedereen in de keten. We zullen samen moeten werken aan dat consumentenbewustzijn.”
IDENTIKIT
- Doctor in de Internationale betrekkingen
- Gewezen nationaal jongerenvoorzitter CD&V
- Europees Parlementslid
- Lid van de commissie Landbouw
“EEN GOEDE OVERHEID HEEFT OOK AANDACHT VOOR ALLE FACETTEN VAN DE BOERENSTIEL.”
Als Europarlementslid en lid van de Commissie Landbouw volgt Tom Vandenkendelaere landbouw van op de eerste rij. Hij ziet hoe moeilijk de sector het heeft. “Als we niet oppassen, dan zullen er in de toekomst geen boeren meer overblijven. Cijfers wijzen uit dat van de oudere generatie landbouwers slechts 1 op 10 een overnemer vindt.
“ONZE LANDBOUWERS WORDEN JAMMER GENOEG NOG TE VAAK SCHEEF BEKEKEN, DAT DRUKT OP HUN MENTAAL WELZIJN.”
Dus zullen we gerichte inspanningen moeten doen voor de stiel. Dat kan je onder meer door in je Europese subsidiebeleid bijzondere aandacht te besteden aan jonge boeren zodat zij hun weerbaarheid kunnen verhogen, dat zij meer bescherming kunnen genieten als zij letterlijk en figuurlijk investeren in de toekomst. Maar een goede overheid heeft ook aandacht voor alle facetten van de boerenstiel. Als bijvoorbeeld meer stedelingen een lapje grond willen op het platteland, dan stijgt ook de prijs voor de landbouwer. Dan moet je als overheid snel kunnen schakelen. Maar veel hangt natuurlijk ook af van de kijk van de consument op alles wat met landbouw te maken heeft. Onze landbouwers worden jammer genoeg nog te vaak scheef bekeken, dat drukt op hun mentaal welzijn.”
Tom Vandenkendelaere pleit met andere woorden voor een realistisch Europees landbouwbeleid. “Europese lijnen uitzetten is geen evidente zaak. De manier waarop landbouw ingevuld wordt, verschilt immers van regio tot regio. We moeten de vrijheid laten om dat beleid lokaal te gaan invullen, maar hebben als Europa wel de plicht om het kader uit te zetten. Ik vind dat we behoorlijk visionair bezig zijn met onze toekomst. Er ligt met Farm to Fork een ambitieus plan voor om op een verantwoorde manier, met respect voor het lokale en de planeet, tegen 2050 10 miljard mensen van eten te blijven voorzien.
Maar we moeten die steile ambities ook tot bij de kleine boeren kunnen brengen, met gerichte ecoregelingen bovenop de basissubsidie voor die landbouwers die extra duurzaamheidsmaatregelen treffen. Als we er met Europa niet in slagen de lokale boeren mee te nemen in dit verhaal, dan slaan we de bal mis. Vergelijk het met de leerkracht die zich amuseert in het geven van aartsmoeilijke wiskundelessen, maar achteraf met lede ogen moet vaststellen dat niemand slaagt voor zijn examen. Vlaanderen en de provincies hebben hierbij een belangrijke rol te spelen. Het is via hen, door lokale programma´s, dat we de boeren moeten bereiken.” Tegelijkertijd waarschuwt Vandenkendelaere ervoor dat het behoud van de sector een taak is van de hele keten. “Uiteindelijk moeten we samen de consument overhalen om een faire prijs te willen betalen voor zijn vlees en hem ervan overtuigen dat vleesconsumptie geen slechte zaak is. We moeten samen het debat durven aanzwengelen over wat eten voor ons waard is. Ik stel vast dat we daarin onvoldoende slagen. In Engeland verschijnt er steevast een foto van de boer op de verpakking van het vlees. Dat heeft zijn effect. Dus liggen daar nog kansen. Door op de verpakking het niet alleen te hebben over ingredienten, maar ook over voedingswaarden, nutriscores én verhalen rond hoe er met circulariteit omgegaan wordt.”
Die goede praktijken moeten we samen naar buiten durven brengen. Vandaar mijn oproep aan iedereen die het beste voorheeft met de varkenssector: luister naar elkaars ervaringen en vertel de vele mooie verhalen die er overal te velde zijn...”
TOM OVER DE BELGIAN PORK ACADEMY:
“Ik was aangenaam verrast over de vele inspanningen die nu al getroffen worden. De presentaties van Belgian Pork Group en Leievoeders waren best wel indrukwekkend. Het is duidelijk dat we mee zijn, we lopen zelfs voorop. Het is fijn vast te stellen dat er stilaan een sterk bewustzijn is binnen de hele keten.
Daarnaast heb ik ook geleerd dat men duidelijke krijtlijnen verwacht van de overheid. De roep naar een eensgezinde en krachtdadige besluitvorming is groot; aan ons politici om het waar te maken.”